Campo de Piedra Pomez

8 oktober 2019 - Belén, Argentinië

We ruilen de onverharde wegen terug in voor verharde wegen, toch voor even. Antofogasta is sedert een maand ook bereikbaar via een verharde weg. Dat is wel een verademing na twee dagen van onverharde wegen. De weg slingert tussen de lavastroom uitgespuwd door de omliggende vulkanen. Neen, niet recent. De vulkanen waren duizenden jaren geleden actief maar zijn ondertussen al duizenden jaren ingeslapen. Als we stoppen aan de voet van zo'n lavastroom en je er opklimt zie je pas hoe grof het geheel is. Moeder natuur kan ook zeer hard en grillig zijn. De basalt is gitzwart en vlijmscherp of ongelooflijk glad afhankelijk van de wijze van afkoeling. Op deze rotsen wil je niet uitschuiven want dan heb je een tattoo voor het leven. De kleine klim laat toch een behoorlijke indruk na. 

Iets verder gaan we de verharde weg terug af om naar een volgend natuurwonder te rijden "Campo de Piedra Pomez". We moeten weer ongeveer anderhalf uur over zeer slechte weg rijden alvorens we aan de voet van de Campo aankomen. De Campo is ook een resultaat van een vulkaanuitbarsting maar om één of andere reden is het geen basalt maar puimsteen, dus wit in plaats van zwart. Daarnaast is de puimsteen ook veel brozer dus heeft de felle wind de vlakte omgetoverd tot een veld met zeer verschillende kunstige vormen. Spijtig genoeg konden we slechts een klein deel van het gigantische veld ontdekken en moeten we verder daar we nog een behoorlijke rit voor de boeg hebben. Ook werd het wat drukker op de campo. We zitten terug aan de rand van de Puna, dus er duiken terug meer toeristen op. ;-)

Uiteraard moeten we de slechte weg nog terug dus zijn we content dat we na een uur weer op verharde weg zitten. Hier hebben we effe genoeg van gehad. In El Peño stoppen we voor een lichte lunch. Een tortilla met aardappelen maar ook eentje met quinoa in plaats van aardappelen. Weer prima te smaken. Koki gaf aan dat het eerste uur na de lunch nog best mooie landschappen zou geven en nadien misschien iets meer slaapverwekkend zou zijn. We weten niet waar hij het gehaald heeft want gans de rit tot in Belén hebben we nog het ene prachtige landschap na het andere gekregen. En raar maar waar was het stuk verharde weg nog onderbroken voor een 40km dus daar gingen we al hotsend en botsend. 

Na een uurtje zijn we nog een pas van juist boven de 4000m overgegaan en nadien was het afzakken en afscheid nemen van de Puna. We zakken namelijk terug af onder de 3000m, dus de volgende steden en landschappen die we bezoeken, horen niet meer tot de Puna. Onwaarschijnlijk dat we twee dagen constant boven de 3500m hebt gezeten. Amper te bevatten want in Europa is dat absoluut niet mogelijk. Je moet al moeite doen om bergen boven de 3000m te vinden, laat staan een plateau waar je twee dagen kan rondrijden. Ook zijn we verbaasd dat we zo goed als geen last hebben gehad van de hoogte. Buiten wat slecht slapen. Zelfs de kwaaltjes aan mijn rug, heup en knie waren een pak minder. Kan zelfs zeggen niet meer voelbaar. Maar zie ik een leven op de Puna zitten? Neen, daar bedank ik vriendelijk voor. 

Aangekomen in Belén is het tijd voor een pintje. Dat hadden we verdiend na die dagen Puna. Het is ook terug lekker warm (zelfs tegen de 30gr) en dat doet ook deugd. Na de doodse dorpen in de Puna doet zo'n bruisende stad als Belén ook deugd. De kinderen komen juist van school in hun "labojasjes". Een gans gezin zit weer samen op de moto om naar huis te rijden. Iets oudere jongens rijden stoer voorbij met geen helm op of met hun helm maar half op. De banken in het park zijn goed gevuld met kletsende mensen en de kinderen spelen voetbal in het midden van het plein. Hier wordt echt buiten geleefd. Uiteraard normaal met zo'n heerlijke temperatuur. Na een korte wandeling door de straten gevuld met zeer oude en klassieke auto's en hippe muurschilderingen, zetten we ons ook even op een bankje om mensen te kijken. Het verveelt ons niet dus blijven we zitten tot we weer kunnen gaan eten. Voor de verandering weer ne goeie biefstuk!!!!

Foto’s