Onverwacht kippevel

14 september 2017 - Okaukuejo, Namibië

Met pijn in het hart verlaten we de kampplaats maar we weten dat we richting Etosha National Park rijden. Het gaat een hele lange dag in de auto worden want op aanraden van Elize maken we een omweg om via de meest westelijke toegang "de Galton-gate", Etosha binnen te rijden in plaats van de zuidelijke toegang (deze ligt zowat in het midden van het park) waardoor je een grote hoek van het park op dag 1 al kunt meepakken. 
Eerst moeten we toch even stoppen in Kamanjab om te tanken. Al van ver doen de medewerkers teken om op hun plaats te gaan staan. Neen, geen zelfbediening in Namibië maar aan elke pompstel staan meestal twee personen. Eentje om te tanken en de andere om de raam te poetsen. Naast de medewerkers van het benzinestation liepen hier ook enkele lugubere, zatte mensen rond die je dadelijk aanspreken. Wat willen ze nu weer verkopen? Dit keer sneden ze je naam, de naam van je partner, van je moeder, ... uit de pel van een pit met een koordje aan. Effe op het sentiment spelen. Sorry jongens, dat lukt niet echt bij ons. Toch altijd weer even schakelen in de buurt van locals. 
Maar ook dit keer was het niet enkel de lokale bevolking die, zo vroeg op de dag, te diep in het glas hadden gekeken. Ook de agente voor de controles van de auto's bij de ingang van Etosha was al behoorlijk in de wind. Ah ja, alvorens je binnen kan rijden moet je eerst nog een mooi staaltje bureaucratie doorstaan. De ene wijst je waar je moet zijn, de andere schrijft je toegangsbewijs uit, vervolgens moet je op een ander kantoortje gaan betalen (worden je gegevens nogmaals in de computer ingegeven) om vervolgens een 10-tal meter verder alles nog eens te laten controleren. Hilarisch, zeker als je alles doorlopen hebt en je vanaf een picknickbank de volgende toeristen gadeslaagt. 
Dus rond 1 uur 's middags hebben we al een 260 km afgebold over meestal gravelwegen en moeten we nog een 195 km doen alvorens de zon onder gaat. Met een gemiddelde van 60 km/u (maximale snelheid in het park) en vermoedelijk niet te veel dieren, daar het namiddag is,  moet dat wel lukken. Amai, dat schema was absoluut niet aan te houden. Over een groot deel van de wegen kon je amper 40km/u halen en de dieren waren best nog actief. Zonder al te veel moeten speuren, passeerden we zebra's, giraffen, springbokken, oryxen (inclusief eentje die juist was doodgereden door parkmedewerkers, blijkbaar is voor hen 60km/u niet van toepassing), ... Voornamelijk in de buurt van waterholes (waterpartijen al dan niet kunstmatig aangelegd) is de activiteit wat hoger. Bij het trachten te achterhalen welke antilopesoort het exact was zien we in de verte onze eerste olifant. Een beetje verward want we dachten dat we de waterhole al gepasseerd waren, rijden we verder en was de waterhole pas hier. Onze eerste waterhole en al dadelijk een ruim gamma aan dieren: de olifant die zichzelf een badje aan het geven was, een giraffe, een jakhals, een gier, één of andere arend, kudu's, secratarisvogels en ... Plots spot Jan ook twee leeuwen onder de bomen. We waren door verstomming geslagen, een zwaar kippevel moment, wat gaat dat nog worden. Nog meer kippevel. Na weer enkele kilometers verder gereden te hebben, rijden we plots achter een kudde van een twintigtal olifanten, die zeer dicht bij elkaar liepen. Tussen hun benen door zagen we verschillende kleintjes dus de reden moesten we niet verder gaan zoeken. Ze hadden ook behoorlijke haast en dat vermoedelijk door de waterhole die vlakbij was. Weer een schouwspel om u tegen te zeggen. Een twintigtal olifanten die de waterhole overnemen van de andere dieren en gezellig een badje nemen terwijl enkele van hen de wacht houden. De gieren en een kleine honderd zebra's en springbokken stonden erbij en keken er naar. 
Spijtig genoeg konden we niet lang genieten want de tijd vloog wel voorbij maar de kilometers niet. De weg was echt bar slecht. Hier wil je niet op rijden als het donker is. Toch konden we het niet laten om nog aan één waterhole te stoppen. Ook hier weer nieuwe diersoorten maar enkelingen. 
Juist voor de zonsondergang (dus wanneer de poort van de campings dicht gaat) bereiken we Okaukuejo. Volledig horendol. Hopenlijk was dit onze langste en meest vermoeiende rit. De camping was maar niets. Een rechthoekige stukje zwarte zand met een kraantje, een lamp met een stopcontact en een dood boompje. Gelukkig heeft de camping ook een waterhole, zelfs één van de betere en zijn we na het eten daar nog een tijdje naar toe geweest. Toen we aankwamen was er niets te zien maar nog geen tien minuten later kwam er al een olifant aan en niet veel later twee neushoorns (ja, bijna niet terug te vinden in het park en nu stonden ze al voor onze neus). Het werd nog beter wanneer er even later nog twee bijkwamen. We denken zelfs dat het twee witte en twee zwarte neushoorns waren. Telkens er wat wegwandelde kwam er dadelijk iets nieuws aan. Dus  de vijfde neushoorn kwam ook nog wat drinken en op het einde nog twee olifanten. Spijtig genoeg waren we zeer moe van de rit en was het bedjestijd. Wat een dag dat beloofd voor de volgende.  
Wildlife: heel veel, ga ik later een volledig lijstje van maken

Camping: Okaukeujo, zeer basic, zeer commercieel, een plekje in de rij maar je hebt hier geen andere keuze

Diner: Braai met een goei biefstukje en koude patatjes. 

Foto’s

2 Reacties

  1. An:
    21 september 2017
    Wees maar voorzichtig! Opgelet voor de secretarisvogel en bussen. 😉 Als je mijn bril zou zien liggen en nog wat kapotte cd's (van onze crash ), laat maar liggen. Nog veel plezier!
  2. Arlette:
    22 september 2017
    Ik hoop dat jullie ook veel foto's maken en dat we deze ook te zien. Zoals jij schrijft, een echte hele belevenis. Al die dieren in het echt te zien in hun natuurlijk biotoop! Prachtig!
    Kan alleen maar beamen met mijn voorgangster: wees voorzichtig!