Cable Carril

10 oktober 2019 - Córdoba, Argentinië

Vandaag is het kilometers vreten. We rijden van Fiambalà naar Córdoba, een trek van minstens 670 km maar we rijden via Chilecito waardoor er nog een dikke 80km bijkomen. Ondanks we ons laten rijden is het toch een dag die er behoorlijk inhakt.

Om toch nog een stukje Argentijnse geschiedenis mee te pakken, besluit Koki (in samenspraak met ons natuurlijk) om via Chilecito te rijden. Een dorpje met een behoorlijke mijngeschiedinis op vlak van het delven van goud. In de hoogdagen is er zelfs een kabelbaan aangelegd vanuit de mijnen in de bergen tot in het centrum van het dorp. Zo werden bakken gevuld met steen die deeltjes goud bevatten aangevoerd en per trein naar de ovens gevoerd en een deel werd ter plaatse gesmolten, maar door de politiek werd het duurder waardoor het via treinen naar boten werd getransporteerd. Ook in die tijd wil ieder zijn deel van de winst...

Uiteraard is er nu geen of bijna geen goud meer te ontdekken en staat het geheel al een jaar of 60 stil. Enkel het nepgoud (foul's gold) is nog makkelijk te vinden, namelijk sulfur of een zwavelverbinding. Het ziet eruit als goud, maar stinkt naar rotte eieren. Door de lage vochtigheid in de lucht is de staalconstructie (afkomstig uit Engeland, de motors uit Duitsland) nog perfect bewaard en best wel knap.

Vlakbij stroomt Rio Amarillo, de gele rivier. Hier heb je ook het idee dat het goud zo uit de bergen komt gelopen maar ook hier word je voor de gek gehouden. Het is een organisme dat in het water zit en de gele kleur geeft. Het wordt zelfs gebruikt om een goudkleurige verf te maken. Alles in teken van goud. 

Voor de lunch blijven we weg van het toeristische centrum en gaan we eten bij "Jaime y Alicia", een restaurant voornamelijk gekend bij de truckchauffeurs omwille van het lekkere eten, zoals thuis. Het restaurant was gelegen in een voormalige showroom van één of andere autohandelaar, maar de auto's waren vervangen door tafels en stoelen. Alicia was helemaal van haar melk dat wij er kwamen eten. Waarom bij haar en niet in een sjiek restaurant? Koki en Jan namen een Milanese (de Argentijnse Wiener Schnitzel) en ik in eerste instantie vis maar die bleek uitverkocht, dus nam ik een plaatselijk gerecht (iets met knieën en kuiten van een koe). Neen, je maag hoeft helemaal niet om te draaien want het bleek een soort Ossobuco te zijn, dus weeral zeer lekker! 

Voor de rest van de dag was het dus kilometers vreten langs eindeloze olijfgaarden, velden met kippenhokken, vreemde dorpjes waar ze UFO's zien, Koki zijn geboortedorp, oude Duitse hotels, een zoutvlakte... en zeer veel bomen. We hebben elkaar vooraan op de passagierszetel afgewisseld om Koki aan de babbel te houden en hij zeker niet in slaap zou vallen (hij was wel coca-blaadjes aan het knauwen, maar toch).

In de vroege avond kwamen we in Córdoba aan, in een poepsjiek, hipper modern hotel. Wat voelde ons een beetje "underdressed", dus nog snel die stoffige kledij naar de wasserij brengen en effe aanpassen aan de tweede grootste stad van het land (2 miljoen inwoners) en een superdrukke studentenstad met megagezellige restaurants en cafeetjes!!!! 

Foto’s