Boven de veterinaire lijn

18 september 2017 - Rundu, Namibië

Met pijn in het hart verlaten we Etosha National Parc. Het waren drie dagen vol verwondering, kippenvel, veel oohh- en aahh-momenten. Beter dan we verwacht hadden en vooral meer dieren dan we verwacht hadden. 
Via Grootfontein rijden we vandaag naar Rundu. Een hele hoek om maar er zijn vrij weinig wegen tussen de twee asfaltwegen en deze zullen vermoedelijk niet in al te beste staat zijn dus veel extra kilometers maar zeker geen extra rijd. 
In Grootfontein moeten we op zoek gaan naar de firma die de hoes van onze tent gaat vervangen. Dat blijkt niet zo'n eenvoudige opdracht te zijn maar één telefoontje en de secretaresse komt ons halen om ons naar de firma te rijden. Op een kwartier zijn ze klaar en hebben we een rits die goed functioneert en een nieuwe stoel, want de andere was ondertussen gescheurd. 
De weg van Grootfontein naar Rundu is een zeer lange rechte weg, maar een weg met twee gezichten. Eerst heb je het gedeelte tot aan de veterinaire controle. Naast dit gedeelte zijn de eigendommen volledig omheind en vind je niemand op de weg. Zeg maar het zeer dun bevolkte gedeelte van Namibië en ook het rijkere gedeelte van het land. Na de controle is het volledig tegengesteld. Mensen lopen op of langs de weg, daarnaast lopen er ook nog een koeien en geiten. Deze laatsten dwalen een ganse dag rond op zoek naar toch een sprietje gras. De picknickplaatsen zijn eerder vuilnisbelten. Inderdaad boven de veterinaire lijn woont het grootste gedeelte van de bevolking en ook het armste gedeelte. 
In de buurt van Rundu wordt dit nog duidelijker. De gammele huisjes zijn opgebouwd uit wat ze kunnen vinden, karton, hout, metalen platen, delen van auto's, ... En de mensen dragen vaak maar wat vodden. Hier hebben we het vermoeden dat deze mensen hun dorpjes verlaten hebben en naar de stad zijn komen wonen met het idee een job te vinden en een beter bestaan te hebben. Het is niet hier en daar eens een stulpje. Het is kilometers na elkaar en zeer dicht bij elkaar gepakt. Een totaal andere wereld dan de voorbije dagen. 
Vlakbij de kampplaats was er een Living Museum. Tijdens onze reis hadden we niet echt bezoeken aan stammen ingepland, zoals de Himba's en de San maar we moesten toch een uitzondering maken want anders hadden we toch een karakter van het land gemist. In het museum kon je met een gids door een homestead (een omheinde plek met verschillende plaatsen en hutjes) wandelen en werd uitgelegd en getoond hoe de stam leefde en nog deels leeft. Ze hebben zich ook wat aangepast aan de moderne wereld, voornamelijk de kinderen die naar school gaan. Ik was ook wel content dat de mannen en vrouwen er niet te naakt rondliepen want anders zou ik mij zeer ongemakkelijk gevoeld hebben. In mate van mogelijk was alles bedekt.
Het was toch wel een uitgebreide privé-rondleiding en ze trachten zo veel mogelijk te tonen van hun leven. Ok, het is en blijft een beetje opgezet. Op het einde was er nog een boottochtje in een Mokoro (bootje uit hout). Zaten we toch niet echt op ons gemak maar als beloning kreeg ik een halsketting van een waterlelie. Charmeurs. De rondleiding werd afgerond met zang en dans. Niet snel een liedje en weg ermee, maar een zeer mooie vertoning. Gelukkig moesten we niet mee doen want dat zou niet goed komen. Zeker de video op de blog eens bekijken.
Met een gedecoreerde kalabas als herinnering reden we verder naar de kampplaats, die vlak naast de Okavango-rivier ligt en met aan de andere zijde Angola. 
 

Foto’s